Aan de poort rammelt het nieuwe auteurscontractenrecht. Het is bijna zover. De Tweede Kamer nam het wetsvoorstel aan. Het wordt in de Eerste Kamer besproken. Met het nieuwe auteurscontractenrecht zoals dat nu wordt besproken, zou voor de auteurs een nieuwe tijd aanbreken. Hun positie wordt aanmerkelijk versterkt. Zo moeten exclusieve licenties per ondertekend document worden aangegaan. Ook kan de auteur overgedragen rechten terugeisen als ze niet worden geëxploiteerd.
En de auteurs krijgen de bestseller bepaling. Die houdt in dat als er sprake is van een “ernstige onevenredigheid” tussen hetgeen de auteur heeft gekregen en de opbrengsten van dat wat hij gemaakt heeft, de auteur een aanvullende vergoeding kan vorderen. Bij degene aan wie hij zijn rechten overdroeg maar ook bij andere partijen die dat wat hij maakte exploiteren. Bij het opstellen van het wetsvoorstel is vooral gedacht aan de afkoop van rechten van schrijvers, regisseurs, componisten en andere artistieke makers. Die hun genialiteit zouden kunnen verkwanselen voor een bord linzen terwijl de nieuwe eigenaars met de vruchten van die genialiteit schatrijk worden.
Bij de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer stelt de VVD vragen over de relatie tussen deze bepaling en de “ auteurs” van software. En terecht. Ook softwareschrijvers zijn auteurs (makers). Ook voor hen geldt de bestseller bepaling. Verder worden softwaremakers vrijwel altijd afgekocht. En is er dus, anders dan bij een royaltyafspraak, geen sprake van een verband tussen hun beloning en het resultaat van de exploitatie van hun genialiteit/inspanningen.
Veel software wordt daarbij geschreven in lage lonen landen. In landen als Rusland, de Oekraïne, Roemenië of India bijvoorbeeld. De reden om in die landen software te laten maken, is, uiteraard, de zoektocht naar een zo groot mogelijke “onevenredigheid” tussen de beloning van de makers en opbrengst van de exploitatie. Het probleem van de beloning van de makers zit er bij software dus al meteen ingebakken.
Van de bestseller bepaling afwijken kan niet onder Nederlands recht. En het helpt maar ten dele om de overeenkomst met de Indiase leverancier naar Indiaas recht op te stellen; Nederlands recht is dwingend van toepassing als het werk (de software) overwegend in Nederland wordt of dient te worden geëxploiteerd (artikel 25h (nieuw) Auteurswet). (Het kan nog zo zijn dat het auteurscontractenrecht buiten toepassing blijft omdat de programmeurs in loondienst van de leverancier zijn (artikel 7 Auteurswet) maar het is niet duidelijk of dat zo werkt als de werkgever in India is gevestigd.)
Ik probeer me het voor te stellen: slecht betaalde freelance softwarebouwers in India maken een code die miljoenen genereert. De onbalans lijkt me evident. Men brengt de bestseller bepaling in stelling. In India kan de kurk van de champagne. Maar niet alleen daar: ook de Nederlandse freelance programmeur kan in zijn handen wrijven.
Ik ben niet tegen nivelleren. En ook niet tegen ontwikkelingshulp. Ik denk alleen niet dat het auteursrecht het medicijn tegen de ongelijkheid in de wereld moet worden.
Jetse Sprey