Op 16 juli jl. heeft het Hof Den Haag uitspraak gedaan in de zaak rondom de “Endstra-tapes”. In deze zaak gaat het om de publicatie van een boek met daarin transcripten van gesprekken die Willem Endstra (op 17 mei 2004 in Amsterdam op straat doodgeschoten door vermoedelijk tegenstanders uit de onderwereld) op de achterbank van een auto met rechercheurs heeft gevoerd. De erven van Endstra verzetten zich tegen deze publicatie omdat de uitgever van het boek onder meer inbreuk zou op aan Endstra toekomende auteursrechten op wat Endstra tijdens die gesprekken zou hebben gezegd.
Het Hof Amsterdam kwam (in hoger beroep) in 2007 tot het oordeel dat de gesprekken geen auteursrechtelijk beschermd werk waren, omdat daarvoor vereist is dat de maker bewust een geestelijke creatie heeft willen hebben scheppen. Daartegen zijn de erven van Endstra bij de Hoge Raad in cassatie gegaan. De Hoge Raad oordeelde in 2008 vervolgens dat, om een creatie auteursrechtelijk beschermd te laten zijn, niet de aanvullende eis mag worden gesteld dat de maker bewust een geestelijke creatie wilde scheppen en/of bewust een vormgeving heeft gekozen. De Hoge Raad verwees de zaak daarop terug naar het Hof voor verdere behandeling.
Het Hof stelde daarop vast dat aan de transcripten van de gesprekken “niet of nauwelijks een touw vast is te knopen” is. De teksten bestaan naar het oordeel van het Hof uit een eindeloze reeks onafgemaakte, slecht lopende en ronduit kromme zinnen (waarvan in het arrest een aantal voorbeelden gegeven wordt). Omdat die teksten “banaal” zijn kan volgens het Hof niet worden aangenomen dat de teksten van Endstra op “creatieve arbeid van enige betekenis” berusten. Ook het zo nu en dan doen van een onalledaagse uitdrukking (zoals – over zijn vrouw – “‘ze heeft de zwarte band winkelen hoor, dus eh…”) kan volgens het Hof geen auteursrechtelijk beschermd werk maken van een verder banaal of triviaal vormgegeven gesprek. Het hof concludeert daarmee dat er op de teksten van Endstra geen auteursrecht rust.
Zie hier voor het arrest van het Hof.