Uitgeverij Tirion heeft in 2003 het boek “Johan Cruijff – De Ajacied” op de markt gebracht. Het boek bevat foto’s van Cruijff uit de periode dat hij voor Ajax voetbalde. Cruijff heeft daarop een verbod en een schadevergoeding gevorderd, omdat het boek onder meer inbreuk op portretrechten zou maken.
De vordering zijn door de rechtbank, en later door het hof afgewezen. Het hof had daartoe overwogen dat de in het boek gepubliceerde foto’s overwegend betrekking hadden op het functioneren van Cruijff als voetballer, en niet op zijn persoonlijke levenssfeer. De foto’s waren niet “diffamerend”. Er was daarom geen schending van het recht op bescherming van het privéleven.
Het Hof beoordeelde ook of Cruijff op grond van zijn “verzilverbare populariteit” op zijn portretrecht kon beroepen om zich zo tegen de publicatie te verzetten. Het Hof oordeelde daarbij dat als er sprake is van een verzilverbare populariteit (zoals dat van Cruijff) en een redelijke vergoeding is aangeboden door degene die de foto’s gebruikt, de publicatie niet met een beroep op het portrechtrecht kan worden verboden (en dat geen schadevergoeding kan worden gevorderd). Tirion had Cruijff een aan de verkoopcijfers van het boek gerelateerde vergoeding aangeboden, dat Cruijff niet had aanvaard. Cruijff had niet voldoende toegelicht dat dat bod onredelijk was, zodat Cruijff zich niet op grond van zijn verzilverbare populariteit tegen de publicatie kon verzetten.
De Hoge Raad heeft het arrest van het Hof 14 juni 2013 in cassatie bekrachtigd.
Door Benjamin van Werven, advocaat bij Versteeg Wigman Sprey advocaten