Journalist Alberto Stegeman heeft eind 2008 in het kader van het programma ‘Undercover in Nederland’ met een vervalste KLM-personeelspas toegang verkregen tot terrein van Schiphol. Stegeman wist op die manier bij diverse vliegtuigen te komen, waaronder het regeringstoestel. Na de uitzending heeft het Openbaar Ministerie Stegeman daarvoor vervolgd op grond van het plegen van valsheid in geschrifte en het zich meermalen op verboden terrein bevinden. Stegeman werd daarbij veroordeeld tot het betalen van een geldboete van € 1.500,-. Stegeman is vervolgens tegen het vonnis in hoger beroep gegaan bij het Hof Amsterdam.
Het Hof sprak hem daarbij vrij en overwoog daartoe: ‘’Bij weging van het maatschappelijk belang van de door de verdachte als onderzoeksjournalist verzorgde uitzendingen over de veiligheidssituatie op Schiphol-Oost tegenover het belang van een strafrechtelijke vervolging van de door de verdachte gepleegde en erkende strafbare feiten slaat in het licht van artikel 10 van het EVRM [vrijheid van meningsuiting] de balans door in het voordeel van de verdachte.’’
Het Hof veroordeelde de heer Stegeman wel tot het betalen van € 500,- boete, omdat hij de vervalste personeelspas in 2009 nog had terwijl dat niet langer proportioneel was ten opzichte van het gestelde maatschappelijke belang daarvan.
Tegen die uitspraak is het Openbaar Ministerie vervolgens in cassatie gegaan bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft nu geoordeeld dat de zaak voor het Hof over moet. De reden daarvoor is dat het Hof naar het oordeel van de Hoge Raad onvoldoende onderzocht heeft of het vervalsen van de toegangspas noodzakelijk was om de gebrekkige toegangscontrole tot Schiphol aan de orde te stellen en onder de aandacht van het publiek te brengen. De Hoge Raad acht het hierbij van belang dat het Stegeman eerder was gelukt om (illegaal) het terrein te betreden, zonder gebruik te maken van een vervalste pas.