Vandaag, 1 december 2011, treedt de ‘Wet Van Dam’ [1] in werking met betrekking tot de automatische en stilzwijgende verlenging van abonnementen. Omdat de inwerkingtreding van de wet mogelijk grote gevolgen heeft voor de overeenkomsten en de praktijk van ondernemingen zullen we de gevolgen van de wet hierin beschrijven.
De aanleiding tot invoering is het feit dat veel aanbieders van abonnementsdiensten in hun overeenkomsten met consumenten en algemene voorwaarden een bepaling opnemen die er in voorziet dat abonnementen automatisch en stilzwijgend worden verlengd. Daardoor blijven consumenten gebonden aan abonnementen waar zij mogelijk geen behoefte aan hebben.[2]
Toepassingsgebied
Het gaat hier bijvoorbeeld om het leveren van diensten, het toezenden van producten en abonnementen op dag-, nieuws- en weekbladen en tijdschriften. Op het moment bestaat er nog onduidelijkheid over of de wet ook betrekking heeft op overeenkomsten met consumenten die voor 1 december 2011 gesloten zijn.
Een uitzondering geldt voor het lidmaatschap van een vereniging. Verenigingen mogen in haar statuten zelf bepalen hoe lang men lid is en hoe het lidmaatschap al dan niet wordt verlengd. De Wet Van Dam ziet ook niet op overeenkomsten omtrent verzekeringen. Voor telefonie, internettoegang en dergelijke diensten gelden andere strengere regels.
Wijzigingen
De Wet Van Dam brengt wijzigingen aan in bepalingen van de zogenoemde zwarte en grijze lijsten met betrekking tot algemene voorwaarden voor consumenten. Op deze lijsten staan bepalingen die onredelijk bezwarend zijn en daarmee nooit mogen worden gebruikt in algemene voorwaarden (de ‘zwarte lijst’) en bepalingen waarvan vermoed wordt dat ze onredelijk bezwarend zijn en alleen gebruikt mogen worden indien daarvoor een goede reden is (de ‘grijze lijst’).
Zwarte lijst
De volgende regels gelden met betrekking tot de zwarte lijst:
– Een overeenkomst mag uitsluitend stilzwijgend verlengd worden indien de consument de overeenkomst altijd met een opzegtermijn van één maand kan opzeggen. De bepaling dat overeenkomsten maximaal voor een periode van één jaar stilzwijgend verlengd kunnen worden, vervalt.
– Een consument moet een overeenkomst op dezelfde wijze kunnen beëindigen als die waarop deze is aangegaan. Een bepaling dat de bevoegdheid van de consument om de overeenkomst op dezelfde wijze te beëindigen als deze is aangegaan uitsluit of beperkt is niet toegestaan.
– Het is niet toegestaan een consument te verplichten dat de opzegging slechts op een bepaald moment kan plaatsvinden. Bepalingen waarin staat dat opzeggen alleen op of tegen een bepaalde datum mogelijk is, bijvoorbeeld tegen het einde van de maand, zijn niet meer toegestaan.
– Een stilzwijgende verlenging van een abonnement op dag-, nieuws- en weekbladen en tijdschriften is toegestaan voor telkens maximaal drie maanden. De consument moet dan wel de mogelijkheid worden geboden om tegen het einde van de verlenging te kunnen opzeggen met een opzegtermijn van maximaal één maand, en niet elke maand zoals bij andere abonnementen.
– Voor stilzwijgende verlengingen voor onbepaalde tijd van een abonnement voor dag-, nieuws- en weekbladen en tijdschriften geldt dezelfde regeling als bij andere abonnementen. Stilzwijgend verlengen voor onbepaalde tijd mag zolang de consument de mogelijkheid heeft de overeenkomst op te zeggen met een opzegtermijn van één maand. Een uitzondering hierop geldt voor een dag-, nieuws-en weekblad of tijdschrift dat minder dan één keer per maand verschijnt. Dan mag de opzegtermijn langer zijn, met een maximum van drie maanden.
– Kennismakingsabonnementen voor dag-, nieuws- en weekbladen of tijdschriften mogen niet automatisch worden voortgezet, maar moeten na de kennismakingsperiode eindigen.
Grijze lijst
De volgende regels gelden met betrekking tot de grijze lijst:
– Bepalingen waarin de duur van een overeenkomst wordt bepaald op meer dan een jaar zijn, zonder dat daartoe een goede reden bestaat, niet toegestaan, tenzij de consument maandelijks kan opzeggen.
– Bepalingen waarin wordt bepaald dat de opzegtermijn van de overeenkomst voor consumenten langer is dan die van de onderneming zelf, zijn zonder goede reden niet toegestaan.
– Bepalingen waarin de opzegtermijn van de overeenkomst voor verlenging/vernieuwing langer is dan één maand, zijn (zonder goede reden) niet toegestaan.
Gevolgen
Als een onderneming gebruik maakt van een bepaling over een verlenging of opzegtermijn die in strijd is met de algemene voorwaarden, dan is die bepaling ongeldig. De consument kan dan zijn overeenkomst met dat bedrijf te allen tijde zonder opzegtermijn opzeggen.
Conclusie
Hoewel stilzwijgend verlengen nog wel mag, kunnen consumenten op grond van de Wet Van Dam de stilzwijgend verlengde overeenkomst met een opzegtermijn van een maand opzeggen. Dit betekent praktisch dat overeenkomsten in beginsel steeds met slechts een maand kunnen worden verlengd.