De Hoge Raad heeft onlangs bepaald dat het verwijzen naar algemene voorwaarden op internet (door deze te zoeken via een zoekmachine) niet voldoende is voor het toepasselijk laten zijn van die algemene voorwaarden. In dit geval ging het om de algemene voorwaarden opgesteld door Fenit (de branchevereniging van Nederlandse IT-bedrijven), ook wel bekend als de ‘Fenit-voorwaarden’ uit 2003.
Dit arrest maakt deel uit van een reeks uitspraken waarin duidelijk uiteengezet wordt op welke manier een partij gelegenheid dient te worden geboden om kennis te nemen van algemene voorwaarden. Algemene voorwaarden zijn alleen van toepassing indien de wederpartij de redelijke mogelijkheid is geboden daarvan kennis te nemen (artikel 6:233 sub b BW). Over de voorwaarden daarvan hebben wij al eerder bericht in ons nieuwsbericht van 20 april 2010.
In het onderhavige geval had First Data gesteld dat de Fenit-voorwaarden op de overeenkomst met KPN Hotspots Schiphol van toepassing waren omdat zij daarnaar in hun overeenkomst had verwezen. De algemene voorwaarden waren voor de totstandkoming van de overeenkomst niet aan KPN toegestuurd.
First Data voerde aan dat doordat de Fenit-voorwaarden door middel van een zoekopdracht op internet geraadpleegd hadden kunnen worden KPN voldoende gelegenheid zou zijn geboden om daarvan kennis te nemen. De Fenit-voorwaarden zouden daarom van toepassing zijn op de overeenkomst met KPN.
De Hoge Raad oordeelde echter dat dit niet voldoende was. Het initiatief voor het kennis laten nemen van algemene voorwaarden dient immers te liggen bij de partij die zich op de algemene voorwaarden beroept (in dit geval First Data) en niet op de wederpartij. De Fenit-voorwaarden waren dan ook niet van toepassing op de overeenkomst met KNP.