Voorlezen van verkeersinformatie leidt ook in hoger beroep niet tot uitvoerend kunstenaarschap in de zin van de Wet Naburige Rechten.
Colin Banks is van 2001 tot 2005 als diskjockey in dienst van Q-Music geweest. Naast de presentatie van radioprogramma’s heeft hij ten behoeve van een telefonische wegeninformatieservice standaardteksten ingesproken. Deze teksten bestaan uit een groot aantal locaties, gebeurtenissen en getallen. Uit de losse tekstblokken werd vervolgens afhankelijk van de actuele verkeersomstandigheden door de computer een tekst samengesteld (bijvoorbeeld “er zijn op dit moment”, “5”, “files met een totale lengte van”).
Nadat het dienstverband tussen Q-Music en Banks was beëindigd, is Q-Music nog enkele weken doorgegaan met het gebruik van zijn stem voor verkeersinformatie. Banks heeft in een procedure schadevergoeding gevorderd. Dit is door het Hof Amsterdam hoger beroep afgewezen.
De rechter oordeelt dat voor de bescherming als uitvoerend kunstenaar in de zin van de Wet Naburige Rechten (“WNR”) vereist dat sprake is van het uitvoeren van een werk van letterkunde of kunst. Om aan die kwalificatie te voldoen is vereist dat het voortbrengsel een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt. De door Banks voorgelezen teksten voldoen volgens het Hof niet aan dit criterium. Zij bestaan immers uit tekstblokken met louter feitelijke gegevens die, na door de computer te zijn samengevoegd, een tekst opleveren.
De voorgelezen teksten leveren evenmin bescherming als geschrift op. Hoewel in het auteursrecht buiten het werkbegrip van de Auteurswet in beperkte omvang de mogelijkheid van geschriftenbescherming bestaat, is er geen aanleiding om deze bescherming ook toe te passen op bescherming krachtens de WNR, aldus het Hof.
Banks heeft tenslotte gesteld dat de handelswijze van Q-Music in strijd is met de in de radiowereld bestaande gewoonte dat de stem van een diskjockey op geen enkele wijze “te horen of te gebruiken” is bij een concurrerend radiostation na vertrek bij dat station en indiensttreding bij een ander station. Volgens Banks had Q-Music het gebruik van zijn stem overeenkomstig die gewoonte na zijn vertrek bij het radiostation Noordzee FM van Q-Music en zijn indiensttreding bij Veronica zo snel mogelijk, althans binnen enkele dagen, moeten staken en niet pas zeven weken na het beëindigen van het dienstverband.
Het Hof oordeelt dat, ook al zo’n gewoonte bestaat, aan de werkgever een redelijke termijn moet worden gegund om de stem van de wegeninformatieservice te vervangen. Het Hof oordeelt de handelswijze van Q-Music dan ook niet als onrechtmatig.
Gerechtshof Amsterdam 3 april 2008, LJN: BC8835, Banks/Q-Music Nederland B.V
Bron: boek9.nl