Bavaria heeft in kort geding tevergeefs staking gevorderd van het gebruik van het merk “Hollander” en “It must be a Hollander” door A.P. Holding.
Volgens Bavaria maakt dit merk inbreuk op haar biermerk “Hollandia”, maar de voorzieningenrechter van de rechtbank Alkmaar denkt hier anders over. De voorzieningenrechter oordeelt op 10 mei 2007 dat het niet aannemelijk is dat “Hollandia” een bekend merk voor bier is. In het Handelsregister staan 500 namen ingeschreven waarin het woord “Holland” – waarvan “Hollandia” is afgeleid – wordt gebruikt. Tekens met het woord “Holland” worden dus in algemeen beschrijvende zin gebruikt. Het onderscheidend vermogen van het merk “Hollandia” is daarom minimaal. Bovendien gebruikt A.P. Holding het merk “Hollander” en “It must be a Hollander” voor een ander soort bier en richt A.P. Holding zich op een andere doelgroep. Het gevaar dat het publiek het merk ‘Hollander’ of ‘It must be a Hollander’ verwart met het merk ‘Hollandia’ is daarom niet groot.
AP Hollander heeft vergoeding van de volledige proceskosten van EUR 38.614,54 gevorderd. Bavaria heeft deze hoogte betwist. In het licht van alle omstandigheden – mede gezien de hoogte van de door Bavaria gemaakte kosten – acht de voorzieningenrechter een vergoeding van EUR 17.000,- redelijk.
Rechtbank Alkmaar 10 mei 2007, LJN: BA4811 (Bavaria N.V./A.P. Holding B.V.)
Vindplaats vonnis: www.rechtspraak.nl/ljn.asp?ljn=ba4811