De Hoge Raad heeft definitief uitspraak gedaan over de financiële gevolgen bij kennelijk onredelijk ontslag. Op 12 februari 2010 heeft ons hoogste rechtsorgaan geoordeeld dat de vorig jaar door een aantal gerechtshoven geïntroduceerde XYZ-formule absoluut niet kan voor het berekenen van de ontslagvergoeding.
Bij een ”gewone” ontbindingsprocedure maakt de kantonrechter bij de berekening van de hoogte van de ontslagvergoeding gebruik van de bekende -in januari 2009 gewijzigde – kantonrechtersformule (ABC-formule). Echter, bij de kennelijk onredelijk ontslag procedure ontbrak een dergelijke formule voor de berekening van de vergoeding. Een aantal gerechtshoven hanteerde daarom maar een ”zelfgemaakte” variant op de ABC-formule, de XYZ-formule. Die kwam neer op 50% van de oude kantonrechtersformule.
In de uitspraak van de Hoge Raad van 12 februari jl. staat dat bij kennelijk onredelijk ontslag niet één algemene rekenformule als vuistregel mag gelden voor het bepalen van de ontslagvergoeding.
Volgens de Hoge Raad moet de rechter in elk individueel geval de schade van de betreffende werknemer begroten. Een algemene formule zou ook volgens de Hoge Raad wel voor meer voorspelbaarheid kunnen zorgen, maar doet volgens de Hoge Raad onvoldoende recht aan de individuele aspecten van elke zaak.
Uit de uitspraak van de Hoge Raad lijkt wel naar voren te komen dat een werknemer geen concrete schadeberekening hoeft te overleggen om in aanmerking te komen voor een ontslagvergoeding in de procedure op grond van kennelijk onredelijk ontslag. Wel zal een werknemer zoveel mogelijk argumenten moeten aandragen om de rechter ervan te overtuigen dat het gegeven ontslag duidelijk onredelijk is. Hier spelen dus de bekende argumenten zoals leeftijd, lengte van het dienstverband, verwijtbaarheid en eventuele arbeidsongeschiktheid een rol.
De kans bestaat overigens dat kantonrechters naar aanleiding van deze uitspraak toch met een schuin oog naar de bekende kantonrechtersformule zullen blijven kijken, zonder dit vervolgens in de motivering van het vonnis op te nemen.