De rechtbank Amsterdam heeft op 15 oktober 2008 de uitgeverij Nanada Music B.V. grotendeels in het gelijk gesteld in een zaak die was aangespannen door de componist van de achtergrondmuziek bij de eerste 3 reeksen van de TV serie Medisch Centrum West.
Partijen twisten over de vraag of in 1988 het auteursrecht op de muziek geldig is overgedragen aan Nanada, althans volgens afspraak aan haar moet worden overgedragen. Naar oordeel van de rechtbank heeft eiser het auteursrecht op de eerste 2 reeksen schriftelijk overgedragen. De rechtbank acht de betreffende akte niet vernietigbaar vanwege een wilsgebrek. Zo vindt de rechtbank dat er geen sprake is van dwaling, bedrog, bedreiging of misbruik van omstandigheden. De eiser had voornoemde argumenten aangevoerd, omdat hij in de hoop een opdracht te krijgen van Nananda of op termijn een overeenkomst te sluiten met Nananda inzake het uitgeven van zijn muziek, de auteursrechten zonder tegenprestatie had overgedragen. De rechtbank oordeelt dat het naar geldend recht een ieder vrij staat om zich te benadelen door bij overeenkomst een prestatie toe te zeggen zonder aanspraak te maken op een evenredige tegenprestatie. Een persoon die daartoe overgaat kan daarbij bijvoorbeeld hebben gehandeld uit zakelijke overwegingen. Voor zover de componist stelde ?gedwongen? te zijn geweest de overeenkomst met Nananda te tekenen, stelt de rechter dat zulks niet is aangetoond door de componist.
Het betrof de overdracht van auteursrecht op toekomstig werken. Onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad uit 1980 (NJ 1981, 265) oordeelt de rechtbank dat in 1988 overdracht van auteursrechten op nog niet vervaardigde werken mogelijk was, mits, eventueel achteraf, aan de hand van de akte waarbij die rechten zijn overgedragen kan worden vastgesteld om welk werk het gaat.
Overdracht van auteursrecht van op het moment van de overdracht nog niet vervaardigde muziek voor 2e reeks heeft de rechtbank voor mogelijk gehouden. Gestelde afspraak dat eiser ook de rechten op muziek voor de 3e reeks zal overdragen is niet komen vast te staan.
De componist wordt als in het ongelijk gestelde partij in conventie in de proceskosten (liquidatietarief) veroordeeld. Aangezien elk der partijen in reconventie op enig punt in het ongelijk gesteld is te beschouwen, worden die proceskosten gecompenseerd.
Bron: www.boek9.nl