4 min Leestijd

Inspiratie uit Hanoi

Ik stel mezelf vaak de vraag naar het nut van regels. Het nut voor de maatschappij dan. Niet voor mijzelf. Voor mijzelf weet ik al dat hun bestaan buitengewoon nuttig is: een complex stelsel genuanceerde maatschappelijk afspraken waar ondernemers een professional voor nodig hebben om er de weg in te vinden, is de basis van mijn inkomen. Ik ben de gids door dat stelsel.

En toen liep ik door Hanoi. Met mijn dierbaren. Hanoi is een kakofonie. Een voortdurend krijsconcert van getoeter. Een stroom motorfietsen/scooters beweegt zich eindeloos door de straten. Soms smal, dan rijden er zeven of acht scooters naast elkaar en soms breed: dan zijn het er misschien wel twintig. Een stroom scooters gelardeerd met auto’s, autobussen, tuk tuks en bakfietsen. Er is nooit een stilte in die stroom. Hij gaat dag en nacht door. Een nooit eindigend vals concert zonder pauze.

Er zijn maar drie regels: rechts houden (min of meer), stoppen voor een stoplicht (geen harde regel) en niet harder rijden dan 50 in de stad en 80 erbuiten. Verder niet. Geen voorrangsregels, geen delen van wegen die alleen voor fietsers/brommers zijn, geen verkeersborden en niet meer dan een stuk of 20 stoplichten voor deze miljoenenstad.

Oversteken is hallucinerend. Een droom. De oversteker moet zich in de nooit haperende stroom storten. Hij moet oversteken terwijl tientallen scooters en auto’s op hem inrijden. Een voorziene dood tegemoet treden. Maar zie: dan gebeurt het wonder: al die scooters en auto’s houden rekening met de voetganger. De een gaat voor hem langs, de ander achter hem. En zo, langzaam lopend maar met vaste tred haalt de voetganger ongedeerd de overkant. Als een langzaam bewegende rots in een rivier waar het water zich als vanzelf omheen voegt. In het begin met de zenuwen in zijn lichaam, maar naar een paar succesvolle manoeuvres, krijgt hij er bijna zin in. Het heeft iets verslavend te weten dat de dodelijke stroom te temmen is.

Je ziet in Hanoi mensen zich verzamelen op een pleintje midden op de rotonde (bijvoorbeeld bij een fontein) terwijl om dat pleintje het verkeer buldert. En dat ze, om daar te komen, niet de kortste weg nemen maar kalmpjes vanaf de uiterste zijde van de het verkeersplein rustig naar de fontein wandelen terwijl scooters, auto’s en bussen zich rond hen heen zwermen.

En het kan toeval zijn maar ik heb in de drie weken dat ik in Noord-Vietnam was geen enkel ongeluk gezien. Geen uitgebrande minibus aan de kant van de weg. Geen ambulances met langzaam draaiende lichten en mannen gebogen over iets langs de kant van de weg. Dat is me in Europa zelden overkomen.

Wat zegt dat nu over regels? Dat het er op lijkt dat een verkeer zonder regels waarbij iedere deelnemer rekening simpelweg en vanzelfsprekend rekening houdt met de aanwezigheid van de ander, aardig lijkt te functioneren. (Op het eerste gezicht dan. Dit is geen wetenschappelijke column maar een zoektocht naar een denkrichting.) Dat dus kennelijk zelfs de meest elementaire regels, de verkeersregels, ter discussie kunnen worden gesteld. Zelfs als die regels van jongs af aan tot onveranderlijk en noodzakelijk zijn bestempeld. Zodanig dat we ons een wereld die zonder die regels functioneert niet kunnen voorstellen. We moeten die wereld zien, zoals ik hem zag in Hanoi: met eigen ogen.

En wat blijkt dan? Bij afwezigheid van opgelegde regels ontstaat een omgangsvorm die leidt tot een andere, op het eerste gezicht functionerende orde. En wellicht zelfs tot efficiënter weggebruik. Want een ding is zeker: in Hanoi is de voetganger eerder aan de overkant dan wanneer hij in Rotterdam de Blaak oversteekt.

Natuurlijk is het afschaffen van regels al jaren officieel overheidsbeleid. Maar dan gaat het telkens om regels waarvan veel mensen al niet meer weten dat die bestaan. Om het verbod het tapijt uit te kloppen voor 11 uur in de ochtend bijvoorbeeld. Het gaat nooit om regels die al zo lang deel uitmaken van onze collectieve opvatting van het recht, dat het denken over het schrappen geen kans heeft. Welnu: daar komt dan nu een einde aan. Ik zal de komende zomerweken me proberen voor te stellen welke “hoekstenen” van ons recht kunnen worden weggehaald zonder dat ons fraaie bouwwerk ineen stort. Welke regelgeving of hele set regelgeving nutteloos en nodeloos complicerend is. En alleen leidt tot een grotere behoefte aan advocaten zoals ikzelf. Als dat niet een prachtig bewijs van mijn eigen altruïsme is….

 

20 juli 2015 - Geen categorie

About Jetse Sprey

Jetse is aan ons kantoor verbonden als legal counsel. Hij vindt oplossingen in plaats van problemen en is telkens weer in staat om impasses te doorbreken. Hij zegt wat hij ergens van vindt en niet wat hij denkt dat zijn cliënten willen horen.

Hij schrijft scherpe contracten die goed te lezen zijn. Hij heeft veel ervaring met Blockchain en onderneemt daar zelf in. Hij schrijft processtukken en adviezen die overtuigen. Hij weet veel van intellectueel eigendom, privacy en ondernemingsrecht.

Meer over Jetse Sprey