De rechtbank Utrecht heeft op 25 maart 2009 geoordeeld dat Kunsthandel Juffermans geen boek mag uitbrengen over het oeuvre van Karel Appel, aangezien de Karel Appel Stichting, die de auteursrechten van Karel Appel beheert, geen toestemming heeft gegeven voor publicatie van de circa 1000 afbeeldingen van werken van Karel Appel die daarin zijn opgenomen.
Juffermans voerde onder andere als verweer aan dat het plaatsen van verkleinde afbeeldingen geen verveelvoudiging of openbaarmaking in de zin van de Auteurswet is, het gebruik valt onder het citaatrecht (citaat exceptie) en dat het een kunstverkoper op grond van de Auteurswet is toegestaan om een kunstwerk te verveelvoudigen om de verkoop te bevorderen (verkoopexceptie). Ook beroept de Kunsthandel zich op artikel 10 EVRM, de vrijheid van meningsuiting.
De rechter passeert deze verweren. Wat betreft het plaatsen van verkleinde afbeeldingen vindt de rechtbank dat het bij het overzichtsboek ging om het overnemen van kunstwerken op een wijze waardoor het gehele kunstwerk kerkenbaar, met alle auteursrechtelijk relevante trekken, werd weergegeven. Voorts heeft het boek geen zuiver wetenschappelijk karakter doch streeft Juffermans in belangrijke mate een commercieel doel na. Omdat het gaat om 1000 afbeeldingen en het uitbrengen van de catalogus wezenlijk afbreuk doet aan de exploitatiemogelijkheden van de stichting, faalt het beroep op het citaatrecht. Het beroep op de verkoopexceptie van artikel 23 Aw slaagt evenmin omdat van de in dat artikel genoemde doelbegrenzingen geen sprake is.
Wat betreft de vrijheid van meningsuiting stelt de rechter dat niet uit te sluiten is dat er omstandigheden zijn waarbij artikel 10 EVRM aan een beroep op het auteursrecht in de weg staat. In het onderhavige geval is daarvan echter geen sprake, daar de informatievoorziening omtrent de werken van Appel voldoende is gewaarborgd door de activiteiten van de stichting.