5 min Leestijd

Opera Derelicta, auteursrecht en de leer van het res derelictum

Sinds 29 oktober van het afgelopen jaar kent de Auteurswet een regeling voor ‘verweesde werken’. Al heel lang ben ik geïnteresseerd in dit soort werken. Dat begon toen ik voor mijn eerste werkgever, filmproducent Allarts, de rechthebbende(n) moest opsporen op een boek van een Argentijnse schrijver uit de jaren vijftig van de vorige eeuw. Brieven aan de Amerikaanse en Argentijnse uitgever bleven onbeantwoord, internet was er nog niet. Tegelijkertijd speelde op mijn werk de vraag naar de rechten op het boek Ali en Nino. Daarop werden wel rechten geclaimd, maar de geldigheid van die claim werd betwist (Ali en Nino is oorspronkelijk verschenen onder een pseudoniem).[1]

Wat zijn eigenlijk ‘verweesde’ werken? Blijkens lid 1 van artikel 2 van de richtlijn Verweesde Werken[2] is een werk ‘verweesd’ indien (i) geen van de rechthebbenden van dat werk of fonogram is geïdentificeerd, of (ii) zelfs indien één of meer rechthebbenden wel zijn geïdentificeerd, geen ervan is opgespoord.

Die definitie correspondeert slechts deels met mijn idee van verweesde werken. Ik heb verweesde werken altijd gezien als die werken waarvan we niet weten wie de rechthebbende is. Een werk waarvan we wel weten wie de rechthebbende is, maar die we niet kunnen traceren, vind ik niet ‘verweesd’. Een voorbeeld van deze laatste categorie is een werk van een schrijver die bijv. is overleden in 1960 en waarvan we weten dat hij een kind had. We weten dan dat de rechthebbende (hoogstwaarschijnlijk) zijn kind/erfgenaam is. Dat wij die erfgenaam niet kunnen vinden, komt mijns inziens voor onze rekening. (Overigens kan ik mij indenken dat er sprake kan zijn van erfgenamen die niet weten dat zij rechthebbenden zijn, maar dat is toch weer een ander geval.)

Deze blog schrijf ik, omdat een werk zonder (bekende) maker, dan wel een maker zonder erfgenamen bij mij een drietal gedachten doet ontstaan.

Onterven

Ik kan als maker natuurlijk geen erfgenamen hebben, maar ook willen dat mijn erfgenamen niet erven. Erfrechtelijk meen ik dat de erfenis dan toevalt aan de staat. Maar we kunnen op zo een aan het publieke domein achtergelaten werk ook de leer van een res derelictum loslaten. Het werk is achtergelaten, prijsgegeven en behoort dan niemand toe.[3]

Anoniem publiceren
Is anoniem publiceren eigenlijk niet ook het prijsgeven van een werk? De maker stelt duidelijk geen prijs op (eigendom van) het werk. Ook hier de vraag: is er geen sprake van een res, of beter: ius derelictum?

Spanning tussen de artikelen 8 en 9 Aw,

Een anoniem gepubliceerd werk wordt beschermd door het auteursrecht tot 70 jaar na publicatie (art. 39 Aw.). Hoe werkt dat? Wie moet die bescherming inroepen? Daarop geeft art. 9 Aw. (deels) antwoord: de uitgever van het werk, dan wel de drukker. Duidelijk is vooral dat dit artikel uit 1912 dateert; het is uitsluitend geschreven voor in druk verschenen werken.

Het laat de vraag open wie het auteursrecht moet uitoefenen op anoniem gepubliceerde werken die geen uitgever hebben en geen drukker. Toch echt een res (ius) derelictum?

Maar als het werk wel een uitgever heeft, roept de Auteurswet ook weer een vraag op. Is in zo een geval geen sprake van artikel 8 Aw.? De uitgever heeft toch het werk openbaar gemaakt als van hem afkomstig en zonder een maker te vermelden (tenzij heel nadrukkelijk als maker ‘anonymus’ is vermeld). Hoe zit dat?

res derelicta

De leer van het res derelictum gaat over (roerende) zaken die worden prijsgegeven, bijvoorbeeld door een fiets, t.v. of ijskast bij het grofvuil te zetten. De eigendom van zo een zaak kan worden verworven door inbezitneming. Een redelijk recente zaak over een res derelictum is de zaak over het schilderij van schilder J.H. van Mastenbroek uit de bestuurskamer van voetbalclub Sparta in Rotterdam. Tijdens de verbouwing van het stadion van Sparta zou dit schilderij in de vuilcontainer zijn beland en daaruit zijn meegenomen.[4]

Kenmerk van de leer van het res derelictum is, naast het feit dat het over roerende zaken gaat, de mogelijkheid van eigendomsverkrijging door inbezitneming.

Als we de mogelijkheid beschouwen van auteursrechten als res derelicta , moeten we ons afvragen of we wel willen dat de eigendom van zo een recht kan worden verkregen door inbezitneming.

afstand van auteursrecht

Over de mogelijkheid van afstand van auteursrecht (in de hiervoor bedoelde zin) wordt verschillend gedacht. Het handboek van Spoor Verkade Visser is afwijzend.[5] De schrijvers zien ideële en praktische bezwaren, al noemen zij het praktische bezwaar van inbezitneming door een derde niet.

Hun ideële en praktische bezwaren deel ik niet voor zover het gaat om anonieme werken en werken die – al dan niet bewust – aan niemand worden nagelaten. Voor zover een (rechtmatige?) exploitant van het werk door het prijsgeven van het recht schade zou (kunnen) lijden, pleit dat wellicht voor (alsnog) een eigen recht van de exploitant. Een uitbreiding van artikel 9 Aw. wellicht of – alsnog – een uitgeversrecht 2015.

Ik denk dat ik wel voorstander ben van een met ‘res derelictum’ overeenstemmende leer voor het auteursrecht. Publiceer je anoniem, dan betekent dat, dat je geen prijs stelt op het auteursrecht en dat recht dus prijsgeeft. Er is sprake van een ius derelictum.

Alleen zou er dan ook de leer moeten zijn dat prijsgegeven (auteurs)rechten niet in bezit kunnen worden genomen, maar dat die zijn prijsgegeven aan het publieke domein en dus ook aan dat publieke domein toebehoren. Anders krijg je maar discussie over wie het eerste een werk in bezit nam, wie de feitelijke macht heeft, of je per exploitatiewijze en per land in bezit kunt nemen, of dat inbezitneming meteen het hele auteursrecht omvat, etc.

 

[1] zie het lemma in de Engelstalige Wikipedia: http://en.wikipedia.org/wiki/Ali_and_Nino
[2] richtlijn 2012/28 EU van 25 oktober 2012
[3] Heeft de Staat eigenlijk een dienst voor de be- of afhandeling van aan de Staat toevallende nalatenschappen?
[4] Rb. Rotterdam, 19 december 2012 (Sparta/gedaagde), ECLI:NL:RBROT:2012:BY6624 (hier)
[5] Spoor Verkade Visser, § 13.5

About Roland Wigman

Roland Wigman advocaat

Roland is in Nederland de advocaat die het meeste weet van film en van al de contracten (ook ondernemingsrechtelijke) en financieringen die daarbij horen. Hij is dé expert op het gebied van filmauteursrecht.

Die kennis gebruikt hij voor de talloze films waarvoor hij als jurist betrokken is bij het produceren, uitbrengen of in orde maken van de financiering. Nationaal maar ook internationaal.

Meer over Roland Wigman