Nederlandse speelfilmmakers klagen de Nederlandse staat aan omdat de staat te weinig doet tegen illegaal downloaden, tegen piraterij. De piraterij wordt gesymboliseerd door het trotse vlaggenschip van ThePirateBay: al jarenlang ongrijpbaar. Een wat ranzig hoek van het internet met reclames voor producten en diensten die nette mensen liever niet afnemen. Maar nu is er Popcorn Time! Makkelijk, mooi en doeltreffend. Het ziet er net zo fijn uit als Netflix zelf maar dan met echt alle recente films meteen in het aanbod. Een volwassen ThePirateBay zoals de auto van nu de volwassen versie van de T-Ford is.
Piraterij heeft wat mij betreft twee gezichten. De ene houdt verband met de wens van het publiek om niet te wachten tot een spraakmakende film legaal te downloaden of te streamen is. We moeten Nu Alles Meteen Kunnen Zien. Deze vorm van piraterij doorkruist de belangrijkste exploitatiewijze van de film: de bioscoop uitbreng. Met die vorm van piraterij heb ik weinig medelijden. Het is ook deze vorm die door Popcorn Time wordt gefaciliteerd. Hoe populairder de illegale film, des te sneller kun je hem bij Popcorn Time zien en des te beter de kwaliteit. (Ik bespaar u de techniek). En juist spraakmakende films in de bioscoop voldoen aan dat criterium. Weg ermee. Film is een te prachtig medium om door dit soort technieken om zeep te worden gebracht.
Er is echter nog een ander gezicht van de piraterij. Die houdt verband met het schamele aanbod van legale downloads. De legale kanalen (Netflix, i-Tunes, HBO, Videoland, etc) hebben ieder voor zich (en tezamen) een schandalig klein aanbod. Vergelijk het speelfilmaanbod van Netflix eens met het aanbod van titels in de boekhandel. Dan is het dat aanbod zo slecht dat zelfs een Cubaanse boekhandel (in februari 2015 toen ik er was) er zijn neus voor zou ophalen. Bij de eerste de beste stationskiosk in dit land vind je meer en betere werken dan bij alle aanbieders van het legale aanbod van speelfilms tezamen. En dat terwijl er iedere week internationaal honderden films uitkomen. En er duizenden prachtige films zijn gemaakt.
Dit schandalig slechte aanbod heeft twee grote nadelen. De eerste is het nadeel voor de kijkers. Maar niet alleen voor de kijkers als individuen. Voor onze samenleving als geheel. Waar de audiovisuele cultuur steeds dominanter wordt, worden verhalen en morele inzichten ook en steeds meer via films overgedragen. Daarin past dat alle stemmen gehoor worden en niet alleen een beperkte commerciële versie daarvan. Dus over decadentie: niet alleen America Psycho online beschikbaar maar ook de (wat mij betreft) mooiste film ooit gemaakt: La Dolce Vita van Fellini (niet legaal online). Over de doodstraf: niet alleen Judge Dredd (voor de gelukkigen die deze film niet hebben gezien: deze rechter kijkt met een bionisch oog naar een slechterik en schiet hem dan dood met de woorden: “guilty, execute”) . Maar bijvoorbeeld ook The Green Mile (niet legaal online). Het huidige aanbod schept een onvoorstelbaar eenzijdig (en vooral Amerikaans) beeld van de wereld. Dat is in strijd met het democratisch uitgangspunt dat alle stemmen gehoord en gewogen moeten worden.
Het tweede grote nadeel is dat voor de filmproducenten. Producenten wiens films niet doordrongen tot dit beperkte aanbod kunnen ook niet meer verdienen aan legaal aanbod. De dvd loopt op zijn eind. Netflix c.s. nemen het over. Ontbreekt een producent daar, dan zijn zijn inkomsten nul. Voor de distributeur maakt dat niet uit. Immers: als het legale aanbod 100 is en de distributeur zit er met 10 films in, verdient hij net zoveel als bij een legaal aanbod van 1000 waar hij met 100 films in zit. Sterker: voor de distributeur heeft een schraal aanbod voordelen want dat betekent minder kosten en de slachtoffers van dat dunne aanbod kijken toch wel.
Het is daarom niet voor niets dat naast, natuurlijk, de distributeurs, slechts een paar Nederlandse producenten de staat nu voor de rechter slepen. Veel producenten halen de te hoge drempel van het legale aanbod toch niet, en vinden het dan belangrijker dat hun films überhaupt worden bekeken dan dat ze door doortastende antipiraterij maatregelen digitaal liggen te versloffen. En terecht.
Zo is piraterij waarbij oudere films worden gedeeld een vorm van communicatie die van belang is voor de vrijheid van meningsvorming. De vrijheid tot het doorgeven van gedachten. Een doorgifte die in een democratische samenleving essentieel is om zoveel mogelijk mensen te horen. En is deze piraterij daarnaast van belang om het werk, het zweet en het geld, van filmmakers en producenten zichtbaar en levend te houden. Zoals vroeger: toen had je gewone zeerovers en kapers. Zeerovers zijn slecht. Maar kapers waren een ander slag. Kapers waren door de overheid gesanctioneerde zeerovers. Zeerovers voor het goede doel als het ware.
Wat moet de overheid nu doen? Een kaperbrief is geen optie. Daaraan staan wetten in de weg en praktische bezwaren. Maar de oplossing is er en die is ook doodsimpel; De Nederlandse overheid betaalt namelijk aan ongeveer iedere speelfilm mee. De overheid dat zijn wij: de belastingbetalers. De overheid moet daarom simpelweg als eis stellen dat in ruil voor de overheidsbijdrage de film online legaal beschikbaar komt na, bijvoorbeeld, twee jaar (maar mag ook iets langer zijn) na première. En dan niet via een abonnementsdienst maar pay-per-view zodat de film daadwerkelijk voor alle Nederlanders beschikbaar is ook voor hen die Netflix met het beperkte aanbod links willen laten liggen. Tegen, bijvoorbeeld, hooguit een consumentenprijs die gelijk is aan de prijs die voor een blockbuster wordt gerekend.
Dit mes snijdt aan alle kanten: het levert de belastingbetaler waar voor zijn geld, het houdt een universeel aanbod van gedachten in stand én het versterkt de positie van de gemiddelde Nederlandse producent. De overheid weet wat haar te doen staat.
Jetse Sprey