Procederende architecten; het is een heuse trend. Zo procedeerde architect Fons Verheijen ruim twee jaar tegen de verbouwing van “zijn” Naturalis. In een opmerkelijk tussenvonnis oordeelde de rechter dat de verbouwing – die nodig was om het stijgende aantal bezoekers te kunnen herbergen – inbreuk maakte op de persoonlijkheidsrechten van de architect. Dit zijn bepaalde rechten die een maker heeft om zijn reputatie te beschermen. Eén van die rechten is het recht van de maker om misvormingen, verminkingen of ander leed dat zijn werk wordt aangedaan dát zo vreselijk is dat daarmee zijn eer en goede naam door het slijk wordt gehaald, tegen te gaan. Verder gaf de rechter aan dat ze op de gevolgen voor de verbouwing in het eindvonnis terug zou komen. In de tussentijd verbouwde Naturalis vrolijk verder.
Verheijen zag de bui al hangen en voorzag dat zijn gebouw al verpest zou zijn tegen de tijd dat de rechter een beslissing had gemaakt omtrent de verbouwing. Om dit tegen te gaan startte hij opnieuw een procedure, ditmaal een kort geding. De rechter gaf Verheijen gelijk en verbood het Naturalis de boel te verbouwen zolang er nog geen eindvonnis was. Zuur voor Naturalis die aangaf dat de kans er dik in zat dat als zij niet mocht verbouwen dit tot haar faillissement zou leiden. Om dit scenario te voorkomen troffen Naturalis en Verheijen een schikking waarbij Naturalis diep in de buidel tastte. Voor € 1,5 miljoen kon Verheijen er mee leven dat er aan zijn gebouw zal worden gesleuteld. Verheijen gaf aan dit bedrag te zullen overmaken aan een nog door hem op te richten stichting die zich hard zal maken voor wetenschappelijk onderzoek van architectuur. Ook zal Naturalis een virtueel museum inrichten waar het Naturalis van Verhijen voor het publiek te bewonderen blijft. Eind goed al goed…
Minder succesvol was het architectenbureau Alberts & Van Huut. Zij procedeerde (zie, trend!) tegen de gedeeltelijke sloop van het door hen ontworpen kantorenpark De Bovenlanden in Amstelveen (voormalig KPMG-gebouw). Een Duitse beleggingsmaatschappij wilde het reusachtige kantoorgebouw namelijk omtoveren tot luxe woonappartementen. Om dat de bereiken moest onder meer de voorkant van het gebouw het ontgelden. Ook in deze zaak beriepen de architecten zich op hun persoonlijkheidsrechten.
En dat was volgens de architecten, gezien de bouwplannen, sowieso het geval. Waar hun gebouw een voorbeeld was “van organische architectuur, waarin verbondenheid met de aarde een belangrijke gedachte is” en daarmee “deel was van de natuur” is, volgens de architecten, in het nieuwe ontwerp “de architectuur opgevat als contrast tot de natuur”. Daar was de rechter het niet mee eens. Die vond dat er niet langer sprake was van verbouwing maar van totale vernietiging. En in zo’n geval gelden er andere regels. In rechtspraak is namelijk bepaald dat totale vernietiging van een pand niet wordt aangemerkt als een misvorming van het ontwerp en in zo’n geval kan de architect zich niet zomaar op zijn persoonlijkheidsrechten beroepen. En precies daar zit hem het verschil met de Naturalis zaak; daar werd te weinig gesloopt om van totale vernietiging te kunnen spreken.
Tja, helaas voor onze KPMG- architecten pakten de Duitsers het grondiger aan en mocht een beroep op hun persoonlijkheidsrechten dus niet baten.
Deze blog is geschreven door Jaap Versteeg en Merel Teunissen