De voorzieningenrechter van Amsterdam heeft op 16 augustus 2010 beslist dat de reclame-uitingen van Tele2 kunnen worden aangemerkt als misleidende reclame en/of ongeoorloofde vergelijkende reclame.
In 2008 heeft de Onafhankelijke Post- en Telecommunicatieautoriteit (OPTA) besloten dat andere geïnteresseerde marktpartijen in staat moeten worden gesteld om televisie aan te bieden via de kabel.
Sindsdien kan een consument abonnee worden bij bijvoorbeeld Tele2 voor analoge kabeltelevisie. De consument wordt vervolgens op verzoek van Tele2 aangesloten op het kabelnetwerk van bijvoorbeeld Ziggo of UPC.
Op 27 juli 2010 is Tele2 een reclamecampagne gestart waarin zij kenbaar maakt dat zij analoge kabeltelevisie aan de consument aanbiedt. Ziggo vindt de gebruikte uitingen in de reclame misleidend en niet voldoen aan de eisen die gesteld worden aan vergelijkende reclame. Zij meent dat Tele2 onrechtmatig handelt tegenover haar met de reclamecampagne die Tele2 hanteert op de televisie, de radio, in de gedrukte media en op het internet. Het gaat onder meer om de volgende uitingen:
– “Nu bij een combipakket al vanaf EURO 5,- per maand”, alsmede met een zeer prominente vermelding van “EUR 5,-” in de advertenties en op de website;
– “Kabeltelevisie van Tele2 is veel goedkoper dan die van de concurrentie. Door over te stappen naar Tele2 kan je besparing oplopen tot maar liefst 70% t.o.v. een gemiddeld kabeltelevisieabonnement van UPC of Ziggo.'”;
– “Er verandert dus helemaal niets aan je televisieaansluiting.” en “Er verandert niets aan je aansluiting.”;
– “Je behoudt hetzelfde zenderpakket.”
Op grond van artikel 6:194a lid 2 BW is vergelijkende reclame geoorloofd indien wordt voldaan aan alle in dat artikellid genoemde voorwaarden. Zo dient de reclame niet misleidend te zijn en op objectieve wijze een of meer wezenlijke, relevante, controleerbare en representatieve kenmerken van de desbetreffende goederen of diensten, zoals prijs en productsamenstelling, met elkaar te vergelijken. De reclame-uitingen van Tele2 kunnen worden aangemerkt als vergelijkende reclame in de zin van artikel 6:194a lid 1 BW.
De voorzieningenrechter acht de uitingen in deze campagne echter misleidend. Haar oordeel luidt dat de consument wel degelijk gedwongen wordt om een dienst af te nemen indien hij wil profiteren van analoge kabeltelevisie voor EUR 5,– per maand. De consument moet immers over het combipakket ter waarde van EUR 39,95 beschikken om analoge kabeltelevisie van Tele2 te kunnen ontvangen voor de prijs van EUR 5,– extra per maand zoals vermeld in de reclame. De consument die niet over een zodanige combipakket beschikt zou dus niet kunnen volstaan met betaling aan Tele2 van EUR 5,- per maand voor alleen analoge kabeltelevisie, maar zou daarnaast nog EUR 39,95 per maand moeten betalen voor het combipakket. Daarnaast vergelijkt Tele2 in haar reclame de prijs van EUR 5,– per maand met de prijs van een standaard kabeltelevisieabonnement van Ziggo ter waarde van EUR 16,45 per maand. In deze vergelijking is weliswaar een besparing van 70% te behalen, maar dat is alleen mogelijk voor de consument die reeds klant is bij Tele2 en daar alle diensten via het combipakket afneemt. De rechter acht voorts van belang bij deze reclame-uiting dat het niet enkel gaat om het aanbieden van een product aan een bestaande klant, maar ook om een aanbieding voor potenti?le nieuwe klanten. Indien Tele2 haar prijs voor een bepaald product vergelijkt met volgens haar vergelijkbare producten van concurrenten, onder wie Ziggo, dient in een dergelijk geval de prijsvergelijking zo nauwkeurig mogelijk te zijn, zodanig dat alle producten die vergeleken worden op dezelfde manier zijn samengesteld. De laatste twee reclame-uitingen die hierboven zijn uiteengezet, vindt de voorzieningenrechter te stellig en ongenuanceerd, omdat de aansluiting in veel gevallen fysiek zal wijzigen.
De voorzieningenrechter verbiedt Tele2 daardoor onder andere om te adverteren met deze reclame-uitingen en eist een rectificatie te publiceren op televisie, uit te zenden op de radio en te plaatsen in de gedrukte media en op het internet.
Tele2 kreeg in diezelfde week nog meer tegenslag te verduren. Het Colllege voor Beroep van het Bedrijfsleven heeft op 18 augustus 2010 beslist dat de kabelnetten in eerdere instantie op oneigenlijke gronden zijn opengesteld. De concurrentie op de kabel kan voorlopig niet verplicht worden en de opening van de kabelmarkt moet worden teruggedraaid. Deze uitspraak is eveneens niet gunstig voor Tele2, omdat zij net de verkoop was gestart van analoge tv-pakketten.